29-08 Zonnige zondag

29 augustus 2016 - Cusco, Peru

Omdat iedereen duidelijk kan zien dat wij toeristen zijn, gemiddeld 30 cm langer en een lichte huidskleur, komen de  locals op ons af als bijen op een honingpot. Is het niet om een taxirit aan te bieden, dan is het wel om ons leuke souvenirs te verkopen. En ja, we gaan vrij snel overstag. Bij een traditioneel gekleed dametje kopen we 2 leuke lama-sleutelhangers voor 3 soles, omgerekend € 0,45 per stuk.

De zon schijnt volop en met onze zware bepakkingen lopen we door de stad op weg naar Hostal Umina Cuzco, dat ligt aan een doodlopende straat, met op het einde daarvan zo’n 25 traptreden en een steegje omhoog gaand, lopen wij als 2 hijgende paarden daar naartoe.

Het is even wennen aan de ijle lucht, veroorzaakt door de hoogte waaraan we nog niet gewend zijn. Het is best een uitputtingsslag, met een ademhaling als die van een hardloper en een hart dat op hol geslagen is komen we aan bij het Hostal. Een klein kleurig complex dat er netjes uitziet.

Deze middag wordt de eerste was gewassen, pure noodzaak, omdat we niet veel kleding bij ons hebben het droogt goed want de zon schijnt volop. Dus als jullie ons vaak zien in dezelfde kleding……we stinken niet!! Laat in de middag gaan we terug naar de stad, wat rondkijken en de treintickets halen voor Machu Picchu. In een smal steegje treffen we 3 vrouwtjes in mooie kleding, zittend op een rij in een deurportaal met 2 lieve, kleine baby lama’s. Dat is natuurlijk weer een ding voor mij (Helene)! De dames schuiven opzij zodat ik er tussen kan gaan zitten en een lama tje met een kleurig gehaakt mutsje op wordt in mijn armen gelegd, het beestje komt tegen mij aanhangen en slaapt direct! Dat is toch schattig! Het kan ook een Alpaca zijn, het verschil weten we niet!

Via smalle straatjes, waar we gisteren over schreven: de Inkawall, doorkruisen we de stad. Stroomkabels hangen in losse bundels overal boven de straten. We komen uit bij een restaurant waar we heerlijk eten krijgen voorgeschoteld! Nico houdt ervan om in een desbetreffend land de lokale specialiteiten te proberen, dus ook hier. Op het menu staat Alpaca. Net nog zo’n lieverd vastgehouden en nu ligt er warempel eentje op een bord!! Ik zelf neem een heerlijk gevulde kipfilet met hoogstaande kookkunsten erbij gepresenteerd, het is heerlijk! We weten al dat we morgen terug komen hier bij mi manera (= mijn keuken). Iedereen die hier ooit nog eens komt…..een aanrader eerste klas! Voor het eerst in ons leven zitten we aan de coce en wel in theevorm, dus heel onschuldig, maar het helpt ons wel bij het overwinnen van de hoogte klachten. De coca bladeren worden hier op grote hoogte verbouwd en het kauwen op zo’n blad schijnt iets verdovend te werken, dus het verlicht de klachten bij hoogteziekte. De thee smaakt vreemd, maar als we ons inprenten dat het naar spinazie smaakt is het goed. De straatverkopers gaan huiswaarts, maar de dames die massages aanbieden op elke hoek van de straat gaan nog even door. Wij dachten dat zoiets toch echt in Thailand thuis hoort!? In een heel rustig tempo lopen we de straat omhoog terug aar ons hostal, het gaat al wat beter met ons. Welterusten.

De volgende ochtend is het al weer vroeg gedaan met de slaap. De ochtend begint fris ( 4 graden celsius) . Door het veel te lage kozijn wurmen we ons naar buiten, vanuit onze kamer. Het ontbijt is nog niet klaar, ondertussen kijken we uit over de Peruviaanse bouwstijl en merken op dat de Spaanse invloeden nog heel duidelijk terug te vinden zijn. Kleine huisjes dicht op elkaar gebouwd, in allerlei kleuren geschilderd en een dak gemaakt van halfronde dakpannen. Ook deze dag zijn we vroeg op pad. Bij Plaza de Armas, het hoofdplein van Cuzco, komen we weer toevallig uit bij een parade van muzikanten en dansende mensen in traditionele klederdracht. Ondertussen zittend op een bankje laten we de schoenpoetsers onze schoenen doen, opborstelen € 0,30, de schoennuezen zwart maken € 1,20 extra, Nico zijn schoen wordt geplakt aan de punt en (zogenaamd) met een waterafstotend goedje ingesmeerd, dit alles voor € 3,=. Verderop in de stad is de San Pedro markthal. Het is 9.00 uur en het is al een drukte van jewelste bij de eetkraampjes, de locals zitten al volop aan de soep en kip. Alles wordt aangeboden in de hal: kaas, noten, vlees, vis, groente, fruit, jurkjes, maaltijden, kleding, mutsen en noem het maar op. Wij kopen voor een prikkie 2 mutsen, altijd handig als het straks echt koud is tijdens onze trekking in de Andes! Buiten de markthallen zitten de straatverkopers overal nog. Vlees, vis en geitenkoppen die op een kraampje liggen zonder koeling en in de felle zon, het is niet moeilijk om hier vegetarier te worden! Vieze luchten hangen in de straatjes. Zelfs cavia’s rauw of gerookt liggen in de  zon te bakken. Zielig om te zien hoe zo’n huisdiertje daar ligt op een schaal in zijn blootje, met zijn tanden en nagels nog in tact! Terug op het hoofdplein, later op de dag, is het feest nog uitbundiger dan het al was. Een straatverkoper vragen we: Que dia es? (wat voor een dag is het, daarmee bedoelend: wat is dit voor een feest) antwoord hij met: Domingo (zondag)…..dat weten we zelf natuurlijk ook wel. De man zegt dat dit een feestdag is voor militairen, politie en kinderen. Als in parade lopen de kinderen marcherend voor een tribune langs, waar een generaal staat. Grote groepen mensen in nette kleding staan klaar in rijen om hun ronde te doen. Wij aanschouwen het geheel en eten ondertussen ons brood op. Vanmiddag gaan we naar het, boven Cuzco gelegen, archeologisch gebied: Sacsayhuaman, spreek uit als: sexy woman! De zon brandt, het is een warme dag.

Sacsayhuaman is een archeologische locatie net buiten Cusco.

De plaats is vooral bekend omwille van het feit dat er bij de constructie ervan gebruik werd gemaakt van de meest reusachtige rotsblokken die men zich kan indenken. Men schat dat het grootste blok ongeveer 130 ton weegt ! Een huzarenstuk als men weet dat de Inca's geen metalen instrumenten hadden om hun blokken te kappen en bovendien blijft het een groot vraagteken hoe die immense blokken überhaupt op hun plaats werden gebracht.

Uit studies van de gebruikte steensoort en de omringende steensoorten in de bodem is men tot de conclusie gekomen dat de blokken voor de bouw van Sacsayhuaman gehaald werden uit een groeve op ongeveer 1 km afstand van de huidige site. Hoe die reuzenblokken verplaatst werden is en blijft een raadsel. Men vermoedt het gebruik van rollende boomstammen, touwen en trekkers. Maar toch. Om het grootste blok van ongeveer 130 ton te verplaatsen door menselijke trekkracht zouden ongeveer 10.000 mannen aan het gevaarte moeten hebben getrokken. En hoe men dan weer 10.000 mensen op rijtjes achter elkaar krijgt om 130 ton kalksteen verder te sleuren over een geaccidenteerd en heuvelachtig terrein, ook dat blijft een raadsel. 20.000 mensen zouden 50 jaar nodig gehad hebben om dit bouwwerk te voltooiien, zo berekende men.

Sommigen menen dan ook nog steeds - net als de Spanjaarden weleer - dat deze ontzagwekkende Inca-site niet het werk is van mensenhanden, maar van .... reuzen.

 
Het meest opvallende is de lange megalithische muur die tegen een heuvel is gebouwd. Het heeft in zigzag vorm en bestaat uit enorme stenen, sommige wel 3 meter hoog die, ongeacht hun vorm, precies tegen elkaar aan passen. De grootste steen is zelfs 8,5 meter hoog.
De muur bestaat uit drie etages en lijkt daarom om op een vesting maar dat is het niet: als verdedigingswerk is het voor een belager geen enkele belemmering. Bovenop de heuvel bevinden zich restanten van bouwwerken waarvan het ronde fundament het meest opvallende is. De megalithische muur ziet uit op een grasvlakte waar zich aan de overkant vreemde rondgekolkte steenmassa’s bevinden. In deze rotsen zijn vreemde trapconstructies uitgehakt die bekend staat als de ‘Incatroon’, ofschoon de Inca’s er waarschijnlijk niets mee van doen hadden. Aan de andere zijde van deze rotsmassa is heeft de bodem een zodanig structuur dat deze als glijbaan dienst doen.

Aan deze zijde van het plateau zijn uiterst vreemde rotsmassa’s te zien die op vreemde wijze bewerkt zijn. Het lijkt erop dat deze rotsen met chemicaliën of met zeer hoge temperatuur bewerkt zijn gezien de onnatuurlijke vormen. Ook zijn er talloze rechthoekige inkepingen die suggereren dat er met een ‘sneeuwschep’ hapjes uit de steen geschept zijn. Alles wijst op geavanceerde technologie, maar wie de ‘ancient engineers’ waren die dit alles geconstrueerd hebben is onbekend. Wat een interessante plek is dit. We lopen door naar de volgende archeologische plaats, q’enco. Q’inqu betekent in het Quechua doolhof. Men denk deze archeologische plek een inca tempel was waar offers en mummificatie heeft plaatsgevonden. Bijzonder zijn de ondergrondse gangen en altaren en de kleine kanalen “uitgesneden” in de rosten in zigzag vorm. Ook is er een halfrond amfitheater. Vooraan de plek is de "plaza" of open ruimte dat veel weg heeft van een amfitheater, dat diende om verschillende ceremonies uit te voeren in aanwezigheid van hun afgoden en mummies . Er zijn 19 trapeziumvormige nissen die gedeeltelijk vernietigd zijn. Die nissen waren zo hoog dat er een ​​persoon in kan staan,  dit is waarom er wordt gesuggereerd dat ze ook gereserveerd waren voor de Wayke van nobele mensen (wayke = broer); dat wil zeggen, de menselijke vorm van een afgod in de natuurlijke maten en gemaakt van edele metalen, dat volgens het lokale geloof de geest zou bevatten van de vertegenwoordigde persoon. Aan de voorzijde van de nissen is er de enorme Sacred Rock, dat vanwege de ligging een bijzondere betekenis moet hebben gehad. Het heeft een basis van goed bewerkte stenen waarin twee rijen ontbreken. Geleerden suggereren dat deze rots  een indrukwekkende sculptuur was met de vorm van een van de Inka Goden; misschien die van een kat of een slang. Maar, helaas is alles door de Spanjaarden afgebroken en vernietigd want voor het Chistendom was dit afgoderij. Na deze cultuursnuiverij lopen we naar een spierwit standbeeld van Christus, Christo blanco, waar vandaan we een uitzicht hebben op de stad en de in de verte liggende bergen. Tijd om naar het hostal te gaan, even uitrusten en de schade opmaken van de iets te felle zon van vandaag. Zoals eerder gezegd gaan we weer genieten van een lekkere maaltijd bij Mi Manera! Morgen gaan we hier vroeg weg met een taxi om de treinreis te beginnen door de Sacred Valley met als eindstation Aguas Calientes, de enige weg daar naartoe is per trein of een wandeling van 5 dagen. Aguas Calientes is de uitvalsbasis voor Machu Picchu (die wij dinsdag gaan bezoeken) deze plaats dankt zijn naam aan de warm waterbronnen die zich daar bevinden. Tijd om te stoppen anders missen we de trein!

Foto’s

2 Reacties

  1. Kippie:
    29 augustus 2016
    Zo vandaag weer een heleboel geleerd over de inca cultuur. Wel reuze interessant!!
    Maak mooie foto's van Machu Picchu hèhè
    Xxx
  2. Jan Riky:
    31 augustus 2016
    Inderdaad we leren zo veel over de cultuur ga zo door.
    groetjes